Stel u neemt een opdracht aan en levert op rekening aan klanten. Achteraf blijken betrokkenen echter onder bewind te staan, maar u heeft uw diensten reeds uitgevoerd. De kans is dan aanwezig dat u kunt fluiten naar uw centen. Waarom?
Wanneer uw klant op het moment van aankoop geregistreerd staat in het openbare curatele- en bewindregister, maar u als ondernemer dit niet vooraf raadpleegt, kunnen rechtbanken u dit verwijten en bij non-betaling de vordering afwijzen. Maar moeten deze klanten niet gewoon zelf aangeven dat ze onder bewind staan? Dat is dan toch hún verantwoordelijkheid? Volgens de rechter ligt de verantwoordelijkheid in deze echter tóch bij de ondernemer. Onder bewind gestelden zijn immers juist in dat register opgenomen omdat zij tijdelijk of duurzaam of niet in staat zijn ten volle hun vermogensrechtelijke belangen zelf behoorlijk waar te nemen. Als vervolgens de ondernemer niet overgaat tot contact met de bewindvoerders van de klant, zoals het in die gevallen zou moeten, dan ligt het financiële risico van de opdracht bij de ondernemer. Deze kan namelijk op eenvoudige wijze de identiteit van de wederpartij controleren door bijvoorbeeld een identiteitsbewijs te vragen en vervolgens het register te raadplegen.
3 voorbeelden:
1.Groot feest
Een echtpaar organiseert een groot feest voor ruim 5000 euro, met alles er op en er aan. Na het feest kwam de rekening, maar die kon het echtpaar niet betalen. De horecaondernemer daagt het echtpaar voor de rechter, maar dán komt alsnog de bewindvoerder aan bod. Deze stelt de vordering niet te erkennen vanwege de onderbewindstelling en dat de horecaondernemer dit had kunnen weten. Conclusie: vordering afgewezen.
2.Abonnement inclusief telefoon
Een dagblad heeft een abonnementsaanbieding inclusief levering van een nieuwe mobiele telefoon. Een onder bewind gestelde sluit vervolgens zo’n abonnement af. De bewindvoerder wist van niets en komt pas ná het vonnis achter de nieuwe schuld. Het bewindregister biedt vervolgens uitkomst want het dagblad had kunnen weten dat betrokkene daarin stond. De bewindvoerder gaat in verzet tegen het vonnis en met succes. De vordering wordt alsnog afgewezen.
3. Geboekte reis
Een onder bewind gestelde boekt een vliegreis voor zo’n € 1500,-. Omdat de rekening maar niet werd betaald heeft de reisorganisatie de overeenkomst op het laatste moment ontbonden en op basis van hun algemene voorwaarden 90% van de som alsnog in rekening gebracht bij de wederpartij en getracht deze in een gerechtelijke procedure op hem te verhalen. Ook hier komt de bewindvoerder ook pas na vonnis achter deze nieuwe schuld, maar ook nu kan wederom gewezen worden op het niet vooraf raadplegen van het register en wijst de rechter de zaak alsnog af.
Er zijn wel bepaalde uitzonderingen indien er sprake is van contante verkoop/koop van geringe waarde of bij koop betreffende het normale levensonderhoud, maar dan moet het aantoonbaar zijn dat het ondoenlijk is om voor deze transacties het register te raadplegen. In bovenstaande cases oordeelde de rechter echter dat hiervan geen sprake is.