Het COVID-19-virus heeft ook binnen onze praktijk voor de nodige veranderingen gezorgd: medewerkers die plotseling thuis moeten werken, de baliefunctie die een tijd volledig gesloten is geweest voor klanten (momenteel alleen op afspraak geopend), online vergaderen en online opleidingen volgen. Het heeft alles nogal wat impact gehad en de nodige gewenning.
En de deurwaarders dan? Moeten zij dan op de gebruikelijke wijze hun werkzaamheden blijven doen? De deurwaarder kan immers niet thuiswerken. Hij moet altijd fysiek naar het adres gaan waar hij een exploot moet betekenen, een beslag leggen of een ontruiming uitvoeren. In deze tijd zijn hieraan natuurlijk de nodige (besmettings-)risico’s verbonden.
Daarom heeft onze beroepsorganisatie (de KBvG) ons een aantal adviezen gegeven:
- het advies om ontruimingen en beslagleggingen
op inboedel waar mogelijk op te schorten;
- bij het betekenen van gerechtelijke stukken
moet fysiek contact zoveel mogelijk worden voorkomen. Als de deurwaarder
betekening in persoon of een huisgenoot niet verantwoord acht, mag hij de
stukken in een gesloten envelop achterlaten, zonder eerst aan te bellen (de
zgn. corona-betekening).
Echter voor deze wijze van betekenen van stukken bleek geen wettelijke grondslag te zijn. Deze situatie heeft zich immers nog nooit voorgedaan. Daarom werd er op 12 mei 2020 het wetsvoorstel voor de spoedwet Covid-19 (incl. de corona-betekening) ingediend bij de Tweede Kamer. Ondertussen is er een aantal rechterlijke uitspraken gekomen (van de Rechtbank Amsterdam) waarin werd bepaald dat de corona-betekening niet rechtsgeldig was. Tegen een van deze uitspraken is uiteindelijk beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. In haar conclusie geeft de Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad aan dat de deurwaarder maar de werkwijze van de pakketbezorger moet hanteren: aanbellen, het exploot voor de deur op de grond leggen, enkele meters achteruit stappen en afwachten of er wordt opengedaan etc. Zij verwijst zelfs naar de website van Post NL! Dat een deurwaarder andere risico’s loopt dan een pakketbezorger wordt door de AG weggewimpeld met de opmerking dat de deurwaarder maar een mondkapje moet gebruiken.
Gelukkig heeft de wetgever wel het belang van de deurwaarder voor ogen gehad. In de Memorie van Toelichting bij de spoedwet wordt dit als volgt omschreven:
Onder de huidige omstandigheden is het niet mogelijk en verantwoord op de normale manier bij mensen thuis aan te bellen om een exploot uit te reiken. Anders dan een pakketbezorger, kan de deurwaarder niet volstaan met het op de stoep achterlaten van zijn exploot. De deurwaarder moet bij de uitreiking ook een instructie geven over de aard van het exploot en de mogelijkheden van degene voor wie het bestemd is, om hierover contact op te nemen. De deurwaarder is naar de aard van zijn werk aanmerkelijk minder geliefd dan de pakketbezorger. Het risico te maken te krijgen met bewoners die hem in het gezicht spugen of fysiek te lijf gaan, is voor een deurwaarder vele malen groter dan voor een pakketbezorger. Dit risico is met het oog op het algemeen belang van de volksgezondheid – voorkomen van besmettingen – niet aanvaardbaar.
24 april 2020 is de spoedwet covid-19 in werking getreden. De Hoge Raad heeft op 19 juni 2020 conform de spoedwet uitspraak gedaan en daarbij de conclusie van de Advocaat-Generaal genegeerd. Alle corona-betekeningen zijn met terugwerkende kracht vanaf 16 maart 2020 rechtsgeldig verklaard en dat blijft in beginsel zo tot 1 september 2020 (update: verlengd t/m oktober en dit wordt vervolgens per maand bepaald) .