Recentelijk ontving ons kantoor via een advocaat een niet-alledaagse opdracht: er moest op verzoek van een bekend automerk (verder te noemen ‘A’) conservatoir beslag tot afgifte op naafdoppen worden gelegd. Deze naafdoppen (merklogo’s) zouden zich bevinden in de woning van een particulier, meneer X (verder te noemen ‘X’).
De casus
A heeft geconstateerd dat er door X via de site marktplaats.nl diverse soorten naafdoppen van haar merk te koop werden aangeboden. Daar het uiteraard niet is toegestaan om namaak naafdoppen te verkopen en al helemaal niet zonder toestemming van A zelf, heeft A een advocaat in de arm genomen om X, kort gezegd, te sommeren deze illegale activiteiten te staken. X heeft hier echter geen gehoor aan gegeven.
De advocaat van A heeft zich vervolgens gewend tot de Voorzieningenrechter van de Rechtbank en deze op basis van artikel 730 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) verzocht verlof te verlenen tot het leggen van conservatoir beslag tot afgifte op de naafdoppen. Ook wordt verzocht om de naafdoppen, als deze zouden worden aangetroffen, in bewaring te geven aan een vooraf aangewezen bewaarder. Dit verzoek tot inbewaringgeving gebeurt op basis van artikel 855 Rv. Nadat de Voorzieningenrechter het verlof heeft verleend, is het verlof aan ons kantoor gezonden teneinde het beslag te gaan leggen.
Het beslag
Een conservatoir beslag is bedoeld om verhaal zeker te stellen; het is een zogenaamde ‘bewarende’ maatregel. Vooruitlopend op de procedure (en de beslissing van de rechter) wordt het beslag gelegd. Terwijl het beslag van kracht is, wordt voor de rechter de procedure gevoerd. In casu wil A met het leggen van het conservatoir beslag en de inbewaringgeving voorkomen dat X nog langer (illegaal) naafdoppen met het logo van haar merk verkoopt. Ook heeft A nog verlof gevraagd en gekregen om beslag op de bankrekening van X te leggen.
In deze zaak was het van belang om het beslag onder de bank vrijwel tegelijkertijd met het beslag tot afgifte op de naafdoppen te leggen, omdat X anders argwaan zou kunnen krijgen en de naafdoppen zou kunnen verduisteren. Ter voorbereiding op het beslag hebben wij in overleg met de politie en een slotenmaker een datum gepland. De reden dat politie-assistentie wordt ingeschakeld vloeit voort uit artikel 444 Rv: indien de deuren gesloten zijn of de opening daarvan geweigerd wordt, dient de deurwaarder toestemming te krijgen van de Hulpofficier van Justitie om binnen te treden.
Tijdens de daadwerkelijke beslaglegging blijkt X aanwezig te zijn. Nadat de deurwaarder het doel van zijn komst aan X heeft medegedeeld heeft X de deurwaarder toegang tot de woning verschaft en verder alle medewerking verleend. Zo heeft X aanwijzing gedaan van de naafdoppen. Ter plaatse worden circa 200 stuks, deels verpakte, naafdoppen met het merk van A aangetroffen. X blijkt in de woning een semiprofessionele werkplaats voor het vervaardigen van naafdoppen te hebben ingericht. De naafdoppen zijn vervolgens in conservatoir beslag tot afgifte genomen en meegenomen door de deurwaarder.
De afhandeling
Op het kantoor van de deurwaarder zijn er foto’s van de naafdoppen gemaakt. Diezelfde dag nog zijn de naafdoppen in bewaring gegeven aan een opslagbedrijf.
Tenslotte zijn van de beslaglegging en de inbewaringgeving processen-verbaal geredigeerd en aan de advocaat van A gezonden. Ook zijn van deze processen-verbaal conform de wettelijke bepalingen afschriften aan X en de bewaarder betekend.