Één van de meest ingrijpende executiemaatregelen die door een deurwaarder genomen kunnen worden betreft het beslag op de roerende zaken van een schuldenaar. Doorgaans wordt dit enkel toegepast indien de meer gangbare executiemaatregelen zoals bijvoorbeeld het leggen van derdenbeslag niet mogelijk zijn dan wel geen doel hebben getroffen. Daarnaast komt het wel eens voor dat het beslag roerende zaken op uitdrukkelijk verzoek van de klant (meestal een advocaat) moet worden gelegd. In dit artikel zal nader worden ingegaan op het fenomeen beslag roerende zaken.
Het beslag op de roerende zaken is geregeld in artikel 439 Wetboek
van Burgerlijke Rechtsvordering en verder. Voorafgaand aan het leggen van een
beslag op roerende zaken is het van belang dat er een geldige titel voorhanden
is. Deze titel -bijvoorbeeld een vonnis van de rechter- dient tevens door de
deurwaarder te zijn betekend, waarbij het van belang is dat de deurwaarder
tevens bevel doet aan de schuldenaar om binnen twee dagen aan de executoriale
titel te voldoen. Indien een schuldenaar niet aan het bevel voldoet, dan mag de
deurwaarder beslag gaan leggen op de roerende zaken van de schuldenaar. Een
heel belangrijk criterium daarbij is het zogenaamde ‘zichtvereiste’. Dit houdt
in dat de deurwaarder de in beslag te nemen goederen letterlijk moet zien.
Voertuigen van een schuldenaar die bijvoorbeeld voor de woning staan, kunnen zo
in beslag genomen worden. Hetzelfde geldt voor goederen die in een woning staan
en die de deurwaarder door het raam kan waarnemen. Op het moment dat de
deurwaarder goederen aantreft, dan worden deze genoteerd en wordt er een
zogenaamd proces-verbaal beslag roerende zaken opgemaakt. Een afschrift van dit
proces-verbaal dient vervolgens binnen 3 dagen aan de schuldenaar te worden
betekend, zodat deze ook weet heeft van het beslag. Ook staat in dit
proces-verbaal een verkoopdatum (vanaf circa 4 weken na beslagdatum) van de
roerende zaken. Belangrijk voor de schuldenaar is dat deze vanaf het moment van
beslaglegging de zaken niet meer mag vervreemden. Mocht de schuldenaar alsnog
tot vervreemding (bijvoorbeeld verkoop) van de in beslag genomen goederen
overgaan, dan pleegt deze een strafbaar feit.
Er kan ook de situatie zijn dat de deurwaarder niemand op
een adres aantreft die toestemming kan geven om de woning te betreden. De
deurwaarder dient dan toestemming van een Hulpofficier van Justitie te krijgen
om de woning binnen te treden. In de praktijk is het meestal zo dat de
deurwaarder van tevoren een datum en tijdstip afstemt met de politie en een
slotenmaker. Als er dan vervolgens niemand op een adres aanwezig is, dan kan de
deurwaarder, na verkregen toestemming van de Hulpofficier van Justitie, de
slotenmaker verzoeken het slot van de woning open te breken. Éénmaal ter plaatse zal de deurwaarder door de woning
lopen en een beschrijving maken van de voor beslag vatbare goederen. Na het
verlaten van de woning zal ook in deze situatie weer een proces-verbaal worden
opgemaakt en zal dit aan de schuldenaar worden betekend.
Ook is het mogelijk, en soms wenselijk, dat de aangetroffen
en in beslag genomen goederen direct door de deurwaarder worden meegenomen. Dit
heet de gerechtelijke inbewaringgeving. In het geval van een voertuig bijvoorbeeld
wordt het, nadat de deurwaarder het heeft aangetroffen en er beslag op heeft
gelegd, door een takelbedrijf weggesleept.
In de praktijk beoogt de deurwaarder altijd om na het leggen
van een beslag op de roerende zaken, algehele betaling af te dwingen dan wel nog
een regeling met de schuldenaar tot stand te laten komen. In een groot aantal
gevallen kan gesteld worden dat dit in de praktijk ook lukt. Hetzelfde kan
gezegd worden over zaken waarbij de deurwaarder eerst nog de schriftelijke
aankondiging doet aan de schuldenaar dat er op een bepaalde datum beslag op de
inboedel gelegd gaat worden en dat de deurwaarder daarbij vertegenwoordigd
wordt door politie en slotenmaker: een groot percentage van de schuldenaren
wenst het niet zover te laten komen en neemt tijdig contact op om de
openstaande vordering te betalen c.q. regelen.
Mocht de schuldenaar uiteindelijk in het geheel niet in
actie komen of niet tot betaling kunnen of willen overgaan, dan kan de deurwaarder,
uiteraard in samenspraak met de opdrachtgever, besluiten om de verkoop door te
zetten. Na aftrek van de kosten wordt het overgebleven bedrag in mindering op
de vordering gebracht.
Resumerend kan gesteld worden dat het beslag op de roerende
zaken een weliswaar ingrijpend, maar vaak zeer effectief middel kan zijn om
alsnog een dossier tot een goed einde te brengen.